Een paar weken geleden vond ik een hele mooie Raleigh racefiets. Het framenummer kwam mij niet direct bekend voor. Er stonden twee letters en een getal. De twee letters waren SB. De afkorting van de Specialistische fiets afdeling van Raleigh. De SBDU. Tijd om daar eens wat meer over te weten te komen! Wat heb ik nu precies voor fiets?
SBDU bleek te staan voor Raleigh’s Specialist Bicycle Development Unit (SBDU). Deze specialistische afdeling produceerde de fietsen die de TI Raleigh profploeg zijn grote successen bezorgde in de jaren zeventig en tachtig met natuurlijk als hoogtepunt het winnen van de Tour de France in 1980. In 1960 kocht TI Raleigh Carlton Cycles. En dat is eigenlijk het begin van het ontstaan van de SBDU. Een idee van Reg Harris, het oprichten van een speciale afdeling die met de hand gebouwde fietsen produceert wordt als te riskant gezien maar wordt uitgevoerd met de overnamen van Carlton Cycles. Op dat moment werd het bedrijf gerund door de familie O’Donovan en produceerde ongeveer 2500 met de hand gebouwde racefietsen per jaar. In de late jaren zestig en begin jaren zeventig introduceerde ze een lijn van fietsen met Reynolds 531 buizen. Dit zou het begin zijn van de meest iconische Raleigh racefietsen aller tijden. Als eerste werd het model de Supercourse gelanceerd, gevolgd door de Competition, Grand sport, International en de volledig met Campagnolo uitgeruste Professional. In 1974 produceerde Carlton al 2500 fietsen per week in plaats van 2500 per jaar toen ze door Raleigh overgenomen werden. Raleigh was zich tegelijkertijd sterk aan het profileren in het internationale wielrennen en wilde alleen nog maar werken met het beste van het beste op het gebied van frames, materialen en componenten.
Om dit doel te bereiken opende ze een kleine afdeling in een oude Rolls Royce fabriek in IIkeston. Dit was de SBDU, de Specialist Bicycle Development Unit. Hoofd van deze afdeling was Gerald O’Donovan. Zijn taak was om frames van zeer hoge kwaliteit te produceren en tegelijk de fiets te verbeteren en door te ontwikkelen. Vier frame bouwers produceerden ongeveer 1000 frames per jaar voor de professionele teams en particulieren die op zoek waren naar het beste van het beste. Het eerste jaar begon voorzichtig met ongeveer 30 frames per week. In 1986 werd deze afdeling gesloten en werd de productie overgebracht naar de Raleigh fabriek in Nottingham.
Doorgaans zijn SBDU frames gemaakt uit Reynolds 531 of Reynolds 753 buizen. Vele jaren was Reynolds 531 de standaard maar naarmate de vraag naar lichtere en sterkere buizen toenam speelde de SBDU een belangrijke rol in de ontwikkeling van wat later Reynolds 753 zou worden. Alle SBDU fietsen die niet speciaal gebouwd werden voor een professionele wielrenner of speciaal project hebben een framenummer beginnend met de letters SB en vervolgens een opvolgend nummer voor het frame. Het nummer werd ook in de bovenste buis van de voorvork geslagen. Daarnaast hebben deze fietsen praktisch altijd een extra stikker op de achtervork waarop staat “Specialist Bicycle Development” “Ilkeston, England” en “Raleigh”
Omdat er weinig documentatie over de framenummers is, wordt het wat lastiger om je fiets te identificeren. Grofweg kun je de volgende lijst aanhouden:
Jaar Framenummer
1976 500
1977 1200
1978 1900
1979 2800
1980 3500
1981 4100
1982 4900
1983 5500
1984 6300
1985 6900
1986 7700
Closed 8300
De frames die gebouwd werden voor de professionele rijders van Raleigh werden op een andere manier gemerkt. Het framenummer dat ingeslagen was begon met de initialen van de rijder, gevolgd door het nummer van het gebouwde frame voor dat jaar voor de specifieke rijder. De laatste twee cijfers vertellen het bouwjaar. Bijvoorbeeld GK.3.77 is het derde frame gebouwd voor Gerben Karstens in 1977.
Meer informatie kun je vinden in de speciale SBDU groep op Yahoo.