Als je een fixie fiets wilt maken is het allereerst belangrijk dat je van die vele versnellingen er nog maar één overhoudt! Je kunt er vervolgens voor kiezen om deze met of zonder freewheel te gebruiken. Dit wil zeggen, wil je dat je jou voeten stil kunt houden dan heb je een freewheel nodig. Wil je constant doortrappen dan krijg je een echte fixed gear, of fixie fiets.
Maar hoe maak je nu van die vele versnellingen één versnelling? Allereerst leggen we je uit wat een aantal termen betekenen.
De cassette van een fiets is de verzamelnaam voor alle tandwielen van het achterwiel die gebruikt worden om je fiets aan te drijven met je ketting. Heb je een ouderwetse cassette waarbij de vrijloop en de tandwielen één geheel zijn dan wordt de cassette wordt ook wel pignon genoemd. De cassette maakt onderdeel uit van de groep, een verzamelnaam voor alle bewegende onderdelen van een fiets. Denk bijvoorbeeld aan de shimano 105 of deore groep. Wanneer je een moderne cassette hebt dan beschikt deze niet over een vrijloop en is deze meestel bevestigd op een body (Dit kan weer verschillend worden bevestigd met een uniglide of hyperglide schuif systeem). De body bevat een freewheel-systeem (of vrijloop-systeem) waardoor het zoals gezegd is mogelijk is om tijdens het fietsen je trappers stil te houden. Deze body is weer aan de naaf van het achterwiel bevestigd waardoor de fiets vooruit gaat als je trapt. Bij een ouderwetste cassette zit het freewheel mechanisme zoals hierboven uitgelegd in het systeem met tandwielen en wordt deze met schroefdraad op de naaf geschroefd.
Een lang verhaal kort, je hebt twee soorten van bevestiging. Een moderne cassette die je op de body van de naaf schuift of een ouderwetse cassette die je op de naaf vast schroeft. In het plaatje hieronder wordt dit duidelijk weergegeven. Nu je dit weet leggen we je in de volgende post uit hoe je jouw systeem aanpast naar een singlespeed of fixie fiets!
Bron afbeelding: http://sheldonbrown.com/images/freewheel-vs-k7.jpg